Bewonersparticipatie: huurders en Rentree bouwen duurzame tiny houses
Stel, je wilt als huurder graag met gelijkgezinden een duurzame woongemeenschap opzetten. Hoe pak je dat aan? Het begon met een droom van een kleine groep in Deventer. Zij stapten naar woningcorporatie Rentree. Zo ontstond een bijzonder traject van co-creatie. Binnenkort kan Rentree de sleutels overhandigen van 8 sociale huur tiny houses én een gemeenschappelijke ruimte.
De toekomstige bewoners organiseerden zich in de vereniging Cohousing Groeneweerd en heeft samen met Rentree het project ontwikkeld. Dat maakt het project ook meteen heel bijzonder, omdat het hier echt om co-creatie ging.
Samen zoeken naar oplossingen
In eerste instantie wilde Rentree op de beschikbare locatie reguliere sociale woningen bouwen. Maar het verzoek van Cohousing zette Rentree aan het denken. ‘We hebben met elkaar de wensen, ideeën en mogelijkheden verkend’, vertelt Maaike Wittenhorst, projectleider bij Rentree. Dat leidde tot een aantal uitgangspunten, die weer als basis dienden voor de uitvraag aan de markt. ‘Samen hebben we gezocht naar geschikte partijen. Dit werd Hunebouw met architect Woonpioniers.’
Het vaststellen van die uitgangspunten was nog best een proces, vertelt Wittenhorst. Aan de ene kant had Cohousing duidelijke wensen over bijvoorbeeld duurzaamheid. Aan de andere kant moest Rentree het project wel kunnen realiseren tegen een sociale huurprijs. En dan was er natuurlijk nog wet- en regelgeving, die helaas nog niet geschikt is voor tiny houses. ‘De gemeente heeft meegedacht in demogelijkheden en daarmee hebben we het plan kunnen realiseren’, vertelt Wittenhorst. We hebben met elkaar om de tafel gezeten om alle mogelijke belemmeringen aan de voorkant aan te pakken.’
Jorien Maters, toekomstig bewoner, vult aan: ‘We vroegen ook wel wat. Tiny houses bouwen is wel wat anders dan reguliere woningen. En dan ook nog een gemeenschappelijke ruimte en een gemeenschappelijke tuin. En dat op een permanente locatie en zo duurzaam mogelijk.’
Maters geeft toe dat ze wel eens verbaasd was over bepaalde keuzes. Maar ze zag ook dat je door overleg begrip krijgt voor elkaars overwegingen. ‘Er staan bomen op de kavel. Die zouden gekapt moeten worden voor de aanleg van een groene wijk. Dat vond ik nogal tegenstrijdig. Door met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren, leer je elkaars beweegredenen kennen en kom je tot een oplossing die voor iedereen aanvaardbaar is.’ Zo konden bewoners en Rentree ook afspraken maken over de indeling van de woning, waarbij het zoeken was naar de juiste balans tussen wooncomfort en haalbaarheid.
Duurzaam leven
Ook financieel was het hele project best een puzzel, maar met subsidie van de provincie is het toch gelukt. Inmiddels is het project bijna klaar vooroplevering. Er staan nu 8 tiny houses, waarvan er 4 geschikt zijn voor een gezin. De gemeenschappelijke ruimte is in beheer van de groep. De kosten hiervoor verrekent Rentree in de huur van de tiny houses. Wittenhorst: ‘Wij zien deze ruimte als verplaatste vierkante meters, en dus als onderdeel van de woningen zelf.’ Maters is blij met de gemeenschappelijke ruimte: ‘Duurzaam leven is voor ons het uitgangspunt. Dat betekent bijvoorbeeld dat we zo min mogelijk elektrische apparaten willen. In de gemeenschappelijke ruimte staan een wasmachine, een droger en een grote vriezer. Ook is er een keuken, zodat we gezamenlijk kunnen eten. En met een tiny house is het natuurlijk heel fijn als je een plek hebt waar je je verjaardag kunt vieren.’
Bewonersparticipatie werkt positief
De realisatie van het project heeft ongeveer 3 jaar gekost, jaren waarin alle betrokken partijen nauw hebben samengewerkt en waarin het ook wel eens zoeken was. Maters: ‘Maar door te blijven luisteren naar elkaars standpunten vonden weelkaar altijd weer. Er staat nu iets om trots op te zijn.’ Co-creatie zal in de toekomst vaker worden toegepast, verwacht Wittenhorst. ‘Je moet wel van tevoren goed bedenken of het passend is bij een project. Want het vraagt nogal wat van alle betrokken partijen. Je hoeft natuurlijk niet alles samen te doen. Je kunt het ook zoeken in kleine dingen: huurders laten meebeslissen over de kleur van de muren in het trappenhuis of de invulling van een gemeenschappelijke tuin, ik noem maar wat. Bewonersparticipatie roept eigenaarschap op en verbetert de leefbaarheid.’